Eind
vorige maand rapporteerde mijn favoriete landelijke bestuursorgaan,
het CBS, cijfers over de grootste stijging van de CAO-lonen in tien jaar tijd. Uiteraard nog niet
over het gehele jaar 2019, die cijfers komen later.
Het CBS
doet wat alle media zouden moeten doen bij berichtgeving over economische groei, lonen, koopkracht en dergelijke, namelijk de prijsstijging (de CPI) erin
meenemen. Hetzij direct verdisconteerd, hetzij ter vergelijking ernaast, zoals het CBS in dit
geval heeft gedaan.
Want we
willen niet weten welk getal er op ons loonstrookje staat, maar of
we er in reëel besteedbaar inkomen op vooruit gaan. Wat dat betreft
is deze CBS rapportage eigenlijk nog te beperkt, omdat de ingrepen
van de overheid er niet in meegenomen zijn. Loon- en
inkomstenbelasting (inclusief geschuif met heffingskortingen),
accijnzen, BTW, energiebelasting, OZB, Zorgpremie, eigen risico etc.
Die hebben ook nogal wat invloed op het inkomen dat we werkelijk vrij
te besteden overhouden va ons CAO-loon.
Niettemin
zijn de nieuwe cijfers interessant, vooral ook omdat het CBS een
overzicht geeft over de laatste elf jaar (2009 t/m 2019).
Ik
presenteer ze hier op een iets andere manier, door ze samen te nemen
in een percentage dat laat zien of de reële lonen (CAO minus
prijsstijgingen) er in beginsel op vooruit of op achteruit gaan.
De
grafiek start bij 2009, op het moment van de crisis, toen kort
daarvoor de CAO-afspraken nog in jubelstemming tot stand waren
gekomen. De domper kwam daarna en duurde tot 2014. De top van 2016
lag net onder die van 2009 en nadien zakte het weer in. Eind 2019
is de vooruitgang weer verdwenen: een tiende procent negatief.
Uiteraard
gaat het hier niet over alle Nederlanders, maar alleen over de
werknemers die onder een CAO vallen. De werknemers zonder CAO en de
zelfstandigen vallen erbuiten.
De
grafiek wordt interessanter als we ook die erbij
betrekken. Dat relativeert de bovenstaande grafiek van de
CAO-lonen enigszins; die ziet er wel tamelijk spectaculair uit, maar
dat ligt voornamelijk aan de schaalgrootte. Daarom heb ik dezelfde cijfers in onderstaande grafiek gecombineerd met de
inkomensmutaties van de zelfstandigen (met en zonder personeel). We
zien dat de inkomens van de zelfstandigen heftiger verloopt dan die
van de werknemers. Ze reageren veel directer op de economische
ontwikkelingen en ze vertonen hogere pieken en diepere dalen.
De ontwikkeling van de reële CAO-lonen is in vergelijking tot de inkomens van de zelfstandigen tamelijk gelijkmatig. Die van de zelfstandigen dansen eromheen. Beide curves eindigen in neerwaartse richting. Het valt te bezien of die trend zich in dit nieuwe jaar gaat voortzetten of dat we wellicht een positieve wending te zien krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten