Eens in de vier à vijf jaar publiceert
het CPB een zogenaamde 'vergrijzingsstudie'. Wij Nederlanders maken
er namelijk een gewoonte van om steeds langer te leven. En dat is
duur, zowel voor onszelf als voor de overheid, die daardoor steeds
meer geld kwijt is aan AOW-uitkeringen. Ook de zorgkosten nemen door
de vergrijzing toe, want ouderdom komt met gebreken. Die gebreken
moeten zo lang mogelijk behandeld worden, want zoals bekend mogen we
van onze overheid niet zomaar zelf bepalen wanneer we dood gaan, maar
dat terzijde.
Dat het Centraal Planbureau met deze
studie komt is heel nuttig, want daardoor kan de overheid tijdig op
de kostenstijging inspelen. In principe kan dat op twee manieren,
namelijk door de uitgaven te beperken en/of door de inkomsten te
verhogen. De overheid doet meestal beide.
Het CPB geeft opties aan, maar maakt
geen keuzes, dat is de taak van de politiek. Bij alle rapportages van
het Planbureau is dat het geval. Anders dan zijn naam doet vermoeden
komt het CPB nooit met een plan. Soms is dat maar goed ook, want als
het bijvoorbeeld gaat om werkgelegenheidsbeleid blijft het CPB
hardnekkig vasthouden aan zijn bekende misvatting dat verlaging van
de uitkeringen automatisch leidt tot meer banen. Ook in dit rapport
blijkt dat: "Door de lagere uitkeringen bieden meer mensen zich
aan op de arbeidsmarkt en stijgt de werkgelegenheid met 0,6%."
En we hadden ze een paar jaar geleden
nog zo goed -met cijfers onderbouwd- uitgelegd dat niet de
werkgelegenheid de arbeidsparticipatie volgt, maar dat het precies
andersom is.
Ook aan de andere kant van het verhaal,
een eventuele verhoging van de (belasting-)inkomsten van de overheid,
geeft het CPB blijk van hardnekkigheid. Er zijn volgens het CPB maar
twee mogelijkheden: verhoging van de BTW of verhoging van de loon- en
inkomstenbelasting. Dat heeft economisch gezien een remmende werking
want, schrijft het CBP: "In beide varianten zijn de
uiteindelijke opbrengsten kleiner dan het initiële effect, omdat
huishoudens door de hogere lasten minder zullen consumeren en zich
minder zullen aanbieden op de arbeidsmarkt."
Het CPB durft niet te denken aan
andere, nu nog niet bestaande varianten van belastingheffing. Of aan
het meer en efficiënter heffen van belasting op vermogen. In het
rapport wordt dan ook wèl gewag gemaakt van effecten op de
inkomensongelijkheid via ons brave Nederlandse rapportcijfer van de
zogenaamde 'gini-coëfficient', maar over onze extreme
vermogensongelijkheid geen woord.
Alles wat het CPB schrijft is gebaseerd
op ons huidige stelsel. Wezenlijke wijzigingen aan dat stelsel worden
niet besproken, alleen wijziging van tarieven en andere grootheden
binnen dat stelsel. Nee, voor 'out of the box' denken moeten we het
niet hebben van het CPB.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten