Het is met politiek jargon net als bij
andere verdovende middelen: als je ze te veel of te lang gebruikt,
dan werken ze op den duur niet meer.
De gebruiker raakt er wel aan verslaafd, dus als een middel zijn effect verliest, moet er iets nieuws worden gevonden.
De gebruiker raakt er wel aan verslaafd, dus als een middel zijn effect verliest, moet er iets nieuws worden gevonden.
De worsteling om de overheidsbegroting
sluitend te krijgen is van alle tijden. Vroeger zeiden politici in
dat kader nog wel eens dat ze wilden “korten” op de uitkeringen.
Dat was veel te duidelijk, dus “korten” veranderde al snel in
“bezuinigen”. Maar ook dat was te duidelijk, dus we gingen spreken
over “ombuigen”. Die term is wat langer in gebruik geweest.
Logisch, want het was een briljante vondst. Als er “omgebogen”
wordt, krijgt de burger namelijk de indruk dat het geld op de ene
plek wordt weggenomen om elders te worden besteed aan een ander, zo
mogelijk nog nuttiger doel. Welk doel dat was bleef doorgaans
onduidelijk, dus ook dat “ombuigen” werd op den duur door de
burgers herkend als gewoon een nieuwe variant van het aloude “korten”
en “bezuinigen”. Daarom hebben politici en andere beleidsmakers
het inmiddels ook niet meer over “ombuigen”, maar liever over
“hervormen” of “moderniseren” als ze de verdere afbraak van
de verzorgingsstaat willen camoufleren.
Maar ook deze recente begrippen zullen
natuurlijk op enig moment hun uiterste houdbaarheidsdatum hebben
bereikt. Geen nood, het nieuwe politieke eufemisme voor verdere
verslechtering is er al. Het is ontwikkeld in het laboratorium van
het Centraal Planbureau en het heet “verbeteren”.
Het CPB heeft zich gebogen over de
problemen van oudere langdurig werklozen en draagt daar in zijn
notitie “Langdurige werkloosheid: afwachten en hervormen”
oplossingen voor aan.
“Het huidige pakket van
beleidsmaatregelen – dat grotendeels is gericht op lagere
loonkosten – is onvoldoende effectief om oudere werklozen weer aan
een baan te helpen. Meer fundamentele herzieningen – zoals een
werkloosheidsuitkering die daalt met de werkloosheidsduur,
ontslagbescherming die minder afhangt van de lengte van het
arbeidscontract en minder leeftijdsafhankelijke arrangementen in
cao’s – zijn noodzakelijk om de positie van oudere werklozen
duurzaam te verbeteren.”
Merk allereerst op dat het CPB
pretendeert dat met zijn voorstellen de oudere werklozen aan een baan
kunnen worden geholpen. Waar die banen vandaan komen? Heel eenvoudig. In
de visie van het CPB ontstaan er automatisch meer banen als mensen
meer of harder daarnaar zoeken (zie onze blogpost van 22 januari 2016). Niemand kan zich voorstellen waarom
een werkgever extra banen zou creëren als er meer sollicitanten
komen, maar de economen van het CPB geloven er heilig in. Oudere
werklozen hoeven dus alleen maar gestimuleerd te worden om aan het
werk te gaan, want er is per definitie werk genoeg. Hoe moet je werklozen stimuleren? Door ze (op zijn minst een deel van) hun uitkering af te pakken. Blijkbaar is een terugval in inkomen van tientallen procenten en controle op naleving van de sollicitatieplicht onvoldoende om werklozen te doen zoeken naar een baan.
Merk ook op dat het CPB zich in zijn
advies niet beperkt tot het korten op de werkloosheidsuitkeringen.
Ouderen die nog wèl een baan hebben moeten gemakkelijker ontslagen
kunnen worden. En extra verlofdagen en andere “leeftijdsafhankelijke
arrangementen in cao's” moeten vervallen.
Dit zijn voor de (al of niet werkloze) oudere stuk voor stuk verslechteringen, maar ze zijn volgens de technocraten van het CPB “noodzakelijk om de positie van oudere werklozen duurzaam te
verbeteren.” Cynisme ten top!
Omdat er volgens het CPB een
onbegrensde hoeveelheid banen beschikbaar is (voor wie er hard genoeg
naar zoekt) kan het CPB net doen alsof een oudere op een vacature kan
worden benoemd zonder dat daarmee een andere, jongere sollicitant
werkloos blijft. Verdringing bestaat niet, toch?
Overigens zou men best kunnen betogen
dat het sociale probleem van het werkloos zijn onevenredig is
verdeeld. Dat geldt dan natuurlijk niet alleen voor ouderen, maar ook
voor andere kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, zoals vrouwen,
allochtonen en gehandicapten. Maar dat is een heel andere discussie
en niet primair een economische. En het is zeker niet de invalshoek
van het CPB.
Wij na-oorlogse burgers zijn opgegroeid
met de belofte dat we het beter zouden krijgen dan onze ouders en dat
onze kinderen het beter zouden krijgen dan wij. Intussen is wel
duidelijk geworden dat die belofte niet langer wordt waargemaakt en
dat is op zich al moeilijk te verteren.
Maar dat politici en beleidsmakers de verslechteringen van de welvaarts- en verzorgingsstaat proberen te verkopen als “verbeteringen”, dàt is pas echt onverdraaglijk!
Maar dat politici en beleidsmakers de verslechteringen van de welvaarts- en verzorgingsstaat proberen te verkopen als “verbeteringen”, dàt is pas echt onverdraaglijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten